Bij yin yoga hoef je je niet bijzonder in te spannen om in bepaalde houdingen te komen. Juist door die betrekkelijke rust gebeurt er al wat. En door je helemaal aan de houding over te geven, de zwaartekracht en vooral je ademhaling hun werk te laten doen, merk je dat er ruimte ontstaat. De houdingen zijn vooral gericht op het versterken en het versoepelen van bindweefsel en gewrichten; ze rekken dieperliggende spieren en maken het bekkengebied los.

Doordat in yin yoga houdingen langer worden aangehouden, heb je meer tijd om je grenzen te verkennen en te verleggen. Je gebruikt je lijf niet om in een houding te komen, maar je gebruikt de houding om je lichaam beter te voelen. Het is dan ook het relatief rustige karakter van een yin yogales dat aanspreekt. De les is juist zo lekker doordat je even niet heel intensief hoeft te bewegen, maar juist de tijd kunt nemen voor je lichaam en om de balans tussen lichaam en geest te herstellen; kortom ervoor te zorgen, dat weer lekker in je vel komt te zitten, letterlijk en figuurlijk.